-
Afscheid van Rotterdamse hoek
-
-
Nieuwjaarsdag 1995, in het Noorden,
richting Lemmer, staan ganzen als pingu�ns in groepen op het ijs.
Mijn vingers en tenen zijn gevoelloos en mijn ogen tranen van de
kou, maar we hebben wel dertien Sneeuwgorzen gezien op de
witbevroren Noordoostpolderdijk. We staan bij het baken op Rotterdamse
Hoek, het eindpunt van ons teltraject voor de jaarlijkse SOVON midwintertelling
van watervogels. Op de open plekken tussen het ijs op het IJsselmeer
dobberen en duiken honderden Toppereenden, Kuifeenden, Nonnetjes
en Brilduikers.
-
Achter de dijk is het doodstil, geen
mens waagt zich kennelijk op deze koude ochtend ver van de kachel.
Er is vandaag geen scheepvaart en de horizon roept associaties op
met poolexpedities.
Als we onze laatste rest koffie uit de thermosfles gieten, horen
we stemmen aan de andere kant van de dijk, de taal lijkt Frans.
Een gezelschap van vier dik ingepakte vogelaars uit Frankrijk verschijnt
en installeert zich naast ons. Samen verlustigen wij ons in de winterse
aanblik van het IJsselmeer. De leider van het groepje blijkt Allain
Bougrain-Dubourg, de beroemde voorzitter van de Franse Vogelbeschermingorganisatie
LPO. Op bezoek in Nederland zijn ze speciaal naar dit punt
gereisd om de duikeenden van het winterse IJsselmeer te zien. Er
ontspint zich een levendige uitwisseling tussen ons en de Fransen.
Over vogeltrek, wintergasten, het belang van het IJsselmeer voor
duikeenden en van wetlands in het algemeen.
-
-
Toen ik dertig jaar geleden als leraar biologie naar de polder kwam
werd ik op stille mistige avonden in mijn bed aan een buitenweg
wel eens wakker van het geluid van een misthoorn. Al snel kwam ik
erachter dat het van Rotterdamse Hoek kwam. Het baken dat op die
plaats op het dijklichaam staat laat bij mist nog altijd zijn weemoedige
geluid over de polder schallen. Zijn naam dankt dit stukje dijk
aan het puin van in de Tweede wereldoorlog platgebombardeerde huizen
in Rotterdam dat er als vulling voor het dijklichaam is toegepast.
Dat stemde mij zittend op het bankje naast het baken vaak tot nadenken
over hoe andermans ellende toen veiligheid verschafte aan bewoners
van een nieuw stuk Nederland.
Rotterdamse Hoek, een van de meest markante punten in de polder.
Was het meestal een oase van rust, bij stormweer bleek het nogal
eens de schrik van de schipper. In de loop der jaren zijn daar voor
de dijk heel wat door de rare golfslag in de problemen gekomen en
soms ook gezonken.
Midden jaren �70 bedacht de Nederlandse regering, dat hier bij Rotterdamse
hoek maar een 1500 MW kerncentrale moest komen. Koelwater genoeg
uit het IJsselmeer en een gevarencirkel waar noch grote steden noch
belangrijke infrastructuur in voorkwamen. De strijd tegen kernenergie
laaide hier hevig op. Als lid van de werkgroep Kernenenergie Noordoostpolder
heb ik daar letterlijk en figuurlijk een flink steentje aan bijgedragen.
-
-
De meeste energie is hier in de NOP
gaan zitten in eerlijke voorlichting over de risico�s van de kernenergie
industrie van ertswinning tot nucleair afval en positieve acties
voor energiebesparing en alternatieve energiebronnen. Na het reactorsmelt
ongeval in Harrisburg in de VS haalden we met Boeren Tegen Kernenergie
boerin Jane Lee naar Nederland en gingen met haar op tournee. Toch
heeft het tot en met de kernramp in Chernobyl in 1987 geduurd, voor
men definitief van de bouw van nieuwe centrales af zag. Wat niet
weg neemt dat Rotterdamse Hoek nog steeds als mogelijke vestigingsplaats
voor een kernreactor in beeld blijft.
Ondertussen had de IJsselmij aan de Westermeerdijk het eerste rendabele
windenergiepark in Nederland gebouwd. Als voorzitter van de lobbygroep
Stichting Energie en Landbouw, ��n van de dochterondernemingen van
de Werkgroep Kernenergie, kreeg ik een uitnodiging voor de feestelijke
ingebruikstelling door minister De Korte van Economische Zaken(VVD).
-
-
Ik kon toen niet vermoeden, dat ik me ooit tegen die vorm van inpassing
van windenergie in het landschap zou keren. Enorme molens die het
open landschap rond het IJsselmeer domineren, rustende watervogels
langs de dijk verstoren en met zijn allen maar een onzeker schijntje
bijdragen aan de gigantische hoeveelheid energie die wij Nederlanders
er dagelijks doorjagen: minder dan 0,3%. Stevig bepleit door boeren,
begerig naar een lucratieve (zwaar gesubsidieerde) nevenactiviteit.
Het is mij gesteund door beroepsornithologen na hevig pleiten gelukt
om twee kilometer dijkvak bij Rotterdamse Hoek hiervoor vrij te
pleiten. Maar de windlobby staat sterk met hun vriendjes in de gemeentepolitiek;
B&W van Noordoostpolder sloot een convenant, waarbij ook rijen
molens in het IJsselmeer beoogd zijn�..Alsof er geen Europese habitatrichtlijn
voor het IJsselmeer bestaat.
December 1996. Weer staan Peter Krijnen en ik op de dijk bij Rotterdamse
Hoek. Dit keer voor onze vaste punt transect telroute voor alle
vogelsoorten binnen- en buitendijks. Wij waaien al sinds Urk bijkans
uit onze kleren. De windmolens staan uit de wind gedraaid, die kunnen
het geweld van de opgestoken storm niet aan. Deze keer zijn er dus
maar weinig duikeenden, die zoeken liever een ander dijkvak of een
meer met luwte om te slapen. We hebben vandaag voornamelijk meeuwen
gescoord. Opeens zie ik richting Lemmer een donkere vogel met een
voor ons onbekend onregelmatig zwenkend vliegpatroon op ons af komen.
Mijn eerste reactie is; �Dat lijkt wel een Skua�. Peter pakt
zijn kijker en probeert het beest in het vizier te houden. �Het
is niet te geloven, maar je hebt gelijk�. Ik kende deze roofmeeuw
alleen van filmpjes over het Zuidpoolpoolgebied waar ze een constante
bedreiging zijn voor eieren en jongen in kolonies Pingu�ns. Een
dwaalgast wordt bijgeschreven op onze lijst. Het is zo�n ontmoeting
die je voor de rest van je leven in een kluisje meedraagt.
-
-
Ge�nspireerd door een excursie naar
De Petten, kwelplassen achter de Hondsbosse Zeewering bij Callantsoog
staan Peter en ik in de herfst van 1996 weer bij het baken op de
Rotterdamse Hoek. Binnendijks zien we in onze fantasie kavels veranderen
in ondiepe kwelplassen met honderden steltlopers, die op markante
plaats in de Noordoostpolder als stapsteen langs het kilometerlange
ongenaakbare dijklichaam tussen de Friese kust en de Oostvaardersplassen
benutten. Hopend op steun van de politiek maken we een plan en dienen
het bij de overheid in. We hebben zelfs een vogelkijkhut ingetekend,
vastgebouwd aan het baken op de dijk.
-
-
En dan, jaren nadat Peter is teruggegaan
naar zijn geliefde Brabantse land staat er op de plankaart van de
provincie Flevoland achter de eendenkooi van Flevolandschap een
groen vlekje. Beoogde natuurontwikkeling staat er in de legenda,
potentieel relatienotagebied. Na al die tijd de blaren op mijn tong
gepleit te hebben is het zover. Ik stuur Peter een enthousiaste
e-mail�.
-
Rotterdamse Hoek als ecologische stepping
stone tussen Oostvaardersplassen en Steile Bank. Als compensatie
voor het volledig door stedelijk en industrieel Urk ingepakte Toppad
zou de Stichting Flevolandschap het kunnen laten uitgroeien tot
een fantastische plek voor rustzoekers en natuurliefhebbers.
-
Maar helaas, het loopt anders. Ik
zal slechts de herinneringen Rotterdamse Hoek kunnen koesteren,
want de droom is verstoord��
Rond 1995 is de machtige varkenslobby het land gaan afschuimen op
ruimhartige bestemmingsplannen, vergeten hoekjes en opkoopbare agrarische
bouwsels om lucht te scheppen in de benauwde en zwaar overbemeste
concentratiegebieden van de bioindustrie. Zoekt en gij zult vinden
staat immers in de bijbel. En ja hoor, de schapenschuren aan de
dijkvoet in de Noordoostpolder, een buitenkans. Agrarische bestemming,
vervallen, niet zo rendabel en een navelstarend gemeentebestuur.
Mooier kan het niet. Bij Rotterdamse Hoek verrijst met toestemming
van alle overheden een superkot van twee etages voor veertienduizend
varkens, vijftig meter achter de dijk. Daar waar je niet mag wonen,
waar je om waterstaatkundige redenen verder geen poot mag verzetten
komt een ��Groen Label� stankarm bouwwerk van twee verdiepingen.
-
-
Zonder gierkelder, zodat alle uitwerpselen
in een hoeveelheid waar menig Groendorp jaloers op zal zijn dagelijks
per topzware tankwagen worden afgevoerd. Tonnen voer moeten er naar
toe en honderden biggen. Het eindproduct, de massa vetgemeste varkens
gaat op transport naar de vleesverwerkende industrie. Dat alles
over een voormalig serviceweggetje, waar twee personenwagens elkaar
niet konden passeren. Wij, belastingbetalers, zullen waarschijnlijk
wel opdraaien voor de nodige aanpassingen aan de infrastructuur
in de wijde omgeving.
Je mag er niet wonen, maar permanent waken over je landbouwhuisdieren
is natuurlijk geen wonen. Dat probleem is dus ook juridisch waterdicht
opgelost.
Het is te hopen, dat de ondernemer niet getroffen wordt door een
periode met ijzel of teveel regen, zodat hij een week lang in de
stront blijft zitten. Ik hoop voor ons, dat hij niet op het idee
komt om een persleiding naar het IJsselmeer aan te leggen.
Ik hoop ook dat hem nooit een vervoersverbod treft, laat staan een
ruiming. Want hoe voer je in vredesnaam veertienduizend dooie varkens
zo snel af?
Het moederbedrijf van deze ondernemer is half juni 2003 door de
Raad van State aangemerkt als afvalverwerkende industrie. Dat dankt
hij aan het bijmengen �dus verwerken- van tonnen afval uit de voedingsmiddelenindustrie.
De gemeente Noordoospolder had hem dus beter op ��n van haar braakliggende
industrieterreinen kunnen huisvesten�..
Voor mij is het in ieder geval ; afscheid van Rotterdamse Hoek.
-
Als compensatie ga ik maar een fantaseren
over stiekeme introductie van het Wilde Zwijn in de Noordoostpolder.
Misschien richt ik wel een actiegroep op met die naam. Nature Strikes Back�..
Dirk Meijers
bioloog
-
woensdag 18 juni 2003
-
|